De lente-ui geeft pit aan je gerecht
Voor een pittige toets en een lekkere crunch moet je bij de lente-ui zijn. Het neefje van de ui is onmogelijk weg te denken uit de Aziatische keuken en uiterst geschikt om tal van andere gerechten te pimpen. We trokken naar Nieuwpoort, waar telers Frank en Marianne volop aan de slag waren.
Frank en Marianne zijn bezige bijen. Naast hun tuincentrum met planten en bloemen telen ze op een hectare grond lente-uien, selder en peterselie. Als derde generatie zijn ze er als vanzelf ingerold. “We leveren nu al 28 jaar aan de veiling”, vertelt Frank. Dat was eerst in Oostende, later in Roeselare. Laarzen zijn geen overbodige luxe wanneer we ons laten rondleiden door Frank. “Dit jaar is het minder goed weer en konden we pas wat later starten met oogsten”, legt Frank uit. “De eerste lente-uitjes van het jaar zaaiden we rond 20 maart en normaal gezien oogsten we na 2,5 maanden. Daarna volgt een tweed zaai- en oogstseizoen, dat loopt tot in september.”
“Lente-uitjes kan je dicht bij elkaar zaaien. Wist je trouwens dat ze na amper een dag of tien al bovenkomen? Vanaf dan verwijderen we op regelmatige basis het onkruid, zodat ze ongestoord kunnen groeien.”
Lente-uien oogsten is hard labeur
De avond voordat we oogsten, laten Frank en Marianne de lente-uitjes nog eens goed beregenen. Dat maakt het makkelijker om ze ’s anderendaags te pellen. “En geloof me, dat bespaart ons veel tijd", zegt Marianne. Oogsten doen ze hier namelijk volledig manueel. Frank: “Ik hou de lente-uien dan vast aan het loof en trek ze met een stevige beweging uit de grond."
De lente-uitjes gaan gespoeld naar de veiling
Wanneer de bakken gevuld zijn, brengen we ze naar ons stalletje. Daar pellen Marianne en ik de buitenste bladeren van elk lente-uitje. Daarna binden we ze bij elkaar met een elastiek. Zoals je je kan inbeelden, zijn we daar lang mee bezig. Nadat alle uitjes nagekeken zijn, gaan ze naar de spoelmachine”, gaat Marianne verder. “Daar snijdt de machine het bovenste groen en de worteltjes af. Tot slot stapelen we ze in kleine bakjes, die we gekoeld bewaren. Tweemaal per week rijdt Frank naar de veiling om onze lente-uitjes af te leveren.”
Lente-uirapport
Lente-ui staat eveneens bekend onder de naam pijpajuin of bosui, vanwege de pijpjes of stengels die aan de uitjes hangen en omdat ze in bosjes worden verkocht. Net zoals prei, look en bieslook behoort lente-ui tot de uienfamilie. Het is een jonge, nog onvolgroeide soort ui waarbij de bol amper ontwikkeld is.
- Smaak: zacht, mild en subtiel en doet een beetje aan prei denken.
- Rijk aan: vitamines K en B, vezels en mineralen. Vooral het groene gedeelte bevat antioxidanten.
Hoe lente-uitjes gebruiken
Rauw komt de knapperige textuur het best tot zijn recht, en dat maakt lente-ui een graag geziene gast bij salades en als garnering, bijvoorbeeld bij soep of eiergerechten. Je kan ze ook garen, maar doe dat kort, anders verlies je de fijne smaak. Je kan zowel het witte en het groene gedeelte zo goed als volledig gebruiken. Snij enkel de worteltjes onderaan en het bovenste stukje van het groen eraf. Als de buitenste bladeren er niet goed meer uitzien, verwijder je die best ook.
Hoe lente-uitjes bewaren
Op een donkere en koele plek - maar niet in de koelkast - blijven lente-uitjes 1 week goed. Invriezen is geen goed plan, want eens ontdooid zijn ze slap en papperig. Wil je ze toch invriezen? Snipper ze dan eerst fijn, dep ze goed droog en gebruik ze later meteen zonder ze te laten ontdooien.