“Spruitjes komen oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied, waar ze al duizenden jaren worden geteeld. Later werd de koolsoort ook in Noord-Europa en in de omgeving van Brussel geteeld. Vandaar dragen ze in het Frans de naam ‘choux de Bruxelles’. Het is een gewas dat in volle grond wordt geteeld. Half februari zaaien we, om vanaf half april de eerste plantjes uit te planten op het veld. Vanaf begin september start de oogst. Tot eind mei planten we elke twee weken extra spruitjes, zo kunnen we een hele winter oogsten.”

Carine: “Spruitjes telen is heel arbeidsintensief. Tijdens het groeiseizoen moet er veel geschoffeld worden, zodat het onkruid geen kans krijgt. Wanneer de stengels 50 centimeter hoog zijn, aarden we ze aan. Zo staan ze extra stevig en worden ze sterker. Een spruitjesplant produceert gemiddeld tussen 700 en 900 gram spruitjes. We oogsten de spruitjes machinaal. De stam van de planten wordt net boven de grond afgezaagd en we steken het einde van de stam eerst in de machine, die de spruitjes zal verwijderen. De geoogste spruitjes worden onmiddellijk gesorteerd en nadien gekuist. Elke donderdag stuurt Spar de bestelling spruitjes door voor de volgende week. Zo weten we perfect hoeveel bakjes handgeschoonde spruitjes van 500 gram we moeten vullen.”

“Bruno oogst tijdens het seizoen per dag zo'n 400 à 500 kilogram spruitjes. Tegenwoordig bestaan er al hybride spruitjesrassen die heel gelijkmatig groeien en minder bitter proeven. Deze rassen hebben een langer plukvoetje, wat het afsnijden vergemakkelijkt. Ze kunnen bovendien in één keer geoogst worden.”