Kropsla, botermals en toch krokant
Kropsla of botersla is een van de populairste slasoorten, en nog moeilijk weg te denken uit ons menu. Dat hoeft gelukkig niet. Want de botermalse kropsla vind je het hele jaar door in je Spar-winkel. Wij bezochten teler Paul Ceulemans in Sint-Katelijne-Waver. Hij neemt het grootste deel van de Belgische teelt van kropsla voor zijn rekening.
Gloednieuwe serres
Van zaaien tot kropsla
“Alles begint bij de plantenkweker, die de sla zaait. Na twee dagen levert hij ons de slaplantjes. Die komen bij ons eerst in de opkweekzone terecht, waar de kiemblaadjes verder groeien tot kleine plantjes. Eenmaal groot genoeg, verplanten we ze manueel naar witte bakken en vervolgens zet een robot ze in de goten. Nu kan de sla, gedurende 6 à 8 weken in de winter en 4 à 5 weken in de zomer, uitgroeien tot volwaardige kroppen. Door de goten loopt regenwater aangevuld met basisvoedingsstoffen en meststoffen. Dat regenwater hergebruiken we steeds. Op die manier wordt er zo min mogelijk verspild.”
“Tijdens het groeiproces van de sla controleren we de wortels regelmatig. Zo kunnen we zien of de sla het goed doet. Licht is heel belangrijk voor de groei van de sla. Daarom verlichten we de serres tijdens de donkere maanden. En wanneer de zon te veel schijnt, dekken we de serres bovenaan af met doeken. Want te fel zonlicht kan de kroppen beschadigen.”
Oogsten
Wanneer de sla klaar is om geoogst te worden, schuiven de goten naar het einde van de serre. Ze halen de kroppen uit de goten, waarna de goten worden gespoeld en automatisch weer naar het begin van de ‘ketting’ schuiven om gevuld te worden met nieuwe plantjes.
Nadat ze de kroppen geoogst hebben, snijden ze de wortels ervan en worden ze verpakt in plastic zakken of worden ze los in grote bakken gelegd. De sla gaat de koelcel in en wordt daarna naar de groenteveiling gebracht, waar de Spar aankoper de sla koopt. De aangekochte sla vertrekt naar het Spar distributiecentrum en tot slot naar de verschillende Spar winkels.