• Plaats de houtskool of briketten in de BBQ in een kegelvormige stapel.
• Gebruik aanmaakblokjes of een aanmaakschijfje en plaats deze onder de houtskool.
• Steek de aanmaakblokjes aan met een lange lucifer of aansteker.
• Laat de houtskool of briketten volledig opgloeien totdat ze bedekt zijn met een witte aslaag
• .Verspreid de hete houtskool gelijkmatig en plaats het rooster bovenop voor het grillen.

Reken op zo'n 400 à 500 gram vlees, vis of vegetarische alternatieven per persoon. Bijgerechten mogen natuurlijk niet ontbreken. Voorzie zo'n 100 gram aan bijgerechten per persoon.

Kijk voor je boodschappen doet naar de samenstelling van je gezelschap. Zijn er grote eters bij of juist veel kinderen? Onthou hoeveel eten je koopt en wat er overblijft. Zo kan je volgende keer nog beter inschatten hoeveel vlees je per persoon nodigt hebt bij een BBQ.

Hulp nodig? Vraag gerust advies in je Spar-winkel.

Houtskool is sneller op temperatuur dan briketten. Je kan snel beginnen met grillen en de stukjes vlees zullen sneller klaar zijn. Handig als je met een groot gezelschap bent.

Briketten blijven daarentegen langer gloeien en zijn heel geschikt voor gerechten die je lang wil laten garen, zodat ze lekker mals worden. Denk maar aan pulled pork.

Wat je kiest, hangt dus af van wat je wil grillen en hoe snel dat moet gaan.

• Zorg dat de barbecue stabiel staat, buiten bereik van kinderen en niet in de buurt van planten, heggen of meubels.
• Zet een emmer water klaar voor noodgevallen.
• Verplaats een barbecue nooit als hij warm is.
• Bescherm jezelf tegen hete vetspetters.
• Bewaar ingrediënten zo lang mogelijk in de koelkast. Leg niet direct al het vlees op een schaal bij de barbecue, maar vul pas aan als het vlees op raakt. 
• Ook sausjes en bijgerechten laat je het best zo lang mogelijk in de koelkast staan. Bewaar ze daarna in de schaduw en weg van de hitte van de barbecue.
  
• Houd rauwe en bereide ingrediënten gescheiden.

Vul niet je hele barbecue met kolen of briketten, maar werk in zones. Recht boven de gloeiende kolen grill je ingrediënten die minder dan 20 minuten nodig hebben. Laat een andere deel van je barbecue vrij van kolen. Daar kan je ingrediënten indirect grillen.

Er bestaan twee BBQ-technieken: direct en indirect grillen. De naam verklapt het al een beetje: bij direct grillen komt het voedsel in aanraking met het vuur. Bij indirect grillen raken je ingrediënten het vuur niet.

Voor ingrediënten die minder dan 20 minuten op de rooster nodig hebben, zoals vis of een steak, gebruik je best directe warmte. Dat doe je door het stuk vis of vlees direct boven de kolen of briketten te leggen.

Ingrediënten die langer dan 20 minuten moeten garen, gril je beter indirect. Je legt het stuk vis of vlees dan aan de zijkant van de BBQ-rooster of je schuift de kolen of briketten op, zodat die er niet vlak onder liggen.

Op de barbecue zijn je opties eindeloos. Je kan variëren met vlees, vis of vegetarische gerechten. Vergeet ook de bijgerechten niet, met salades, brood en sauzen geef je je barbecue de finishing touch.

Traditioneel draait een BBQ om goede stukken vlees. Voor de echte vleesliefhebbers mogen ribbetjes en een malse steak niet ontbreken op de BBQ.

Combineer je tijdens je barbecuefeestje vlees en vis op de grill? Zorg dan dat je een apart deel van de rooster reserveert voor de vis. Zo voorkom je dat de smaken zich mengen. Een papillot is een ideale manier om smaken gescheiden te houden.

Een vegetarische BBQ biedt eindeloos veel mogelijkheden. Je kan vleesvervangers gebruiken, zoals een veggieburger. Of wees creatief met groenten en ga voor een bloemkoolsteak of maak heerlijke groentebrochttes.

Op een klassieke houtskoolbarbecue rooster je als eerste het vlees dat de meeste hitte nodig heeft en snel klaar is, zoals biefstuk, ribeye of entrecote.

Maar er bestaan ook andere ideeën over: 'Eerst de worst, dan de kotelet, en dan de biefstuk.' Dat heeft te maken met de gaartijd. Een worst laat je langer liggen. Zo is hij ook binnenin goed doorbakken. Een biefstuk mag je korter grillen, best als de kolen al goed warm zijn.

Strijk je vlees in met een marinade en laat minstens een uur staan, zo kan je makkelijk zelf marineren. Als je genoeg tijd hebt, is een halve dag nog beter, zo trekt de marinade beter in het vlees.

Een dry rub is een droge kruidenmengeling, die ideaal is als smaakmaker. Het zout onttrekt vocht aan je vlees. In dat vocht lossen de andere ingrediënten van de rub op. Na zo’n 45 minuten neemt het vlees dit smaakvolle vocht weer op. Er zit bijna altijd suiker in, dat karameliseert en zorgt voor een knapperig korstje.

Je kan een papillot vullen met vlees, vis, groenten en fruit. Voeg altijd een vochtig ingrediënt, zoals witte wijn, kerstomaatjes of groentebouillon, toe aan je papillot zo blijft de inhoud sappig.

Het geheim zit in de vouwtechniek. Als de papillot perfect hermetisch afgesloten is, zit je goed. Door het pakketje perfect toe te vouwen kan de stoom niet ontsnappen en creëer je een stoom-effect. De stoom blijft zo binnen het pakketje circuleren.

Hou je drankjes koel met behulp van een emmer met ijs. Een extra voordeel: de emmer maakt het laagdrempelig voor je gasten om zelf een nieuw drankje in te schenken. Hier vind je heel wat drankjes recepten.

Je kan brochettes makkelijk omdraaien met behulp van meerdere stokjes. De ingrediënten zitten daardoor stevig op de brochette en het draaien wordt een fluitje van een cent.

Tip: laat de stokjes van tevoren een nachtje weken ik water. Zo voorkom je dat ze zwart worden.

Je kan zelfs het dessert op de BBQ maken, denk maar aan gegrild fruit of een zoete papillot! Een echte aanrader om je barbecue op een originele manier af te sluiten.

Door met een halve citroen over de hete roosters te gaan, krijg je ze in een mum van tijd weer proper. Vul een grote bak met kokend water. Los er een vaatwastablet in op. Laat je rooster een halfuurtje in het water weken. Haal je rooster eruit en spoel af. Het vet glijdt er zonder moeite af.