Visstoofpotje Ostendaise met puree

Bereid de mosselen: pel de ui en snipper fijn. Spoel de prei- en selderstengels en snij in fijne stukjes. Spoel de mosselen en haal de beschadigde schelpen eruit. Verhit een klontje boter en stoof de mosselgroenten aan. Voeg de mosselen toe en kruid met peper. Giet de witte wijn erbij en zet het deksel op de pot. Schud de mosselen regelmatig op. Zodra de schelpen opengaan zijn ze bijna gaar. Giet de mosselen in een vergiet en vang het mosselvocht op. Laat de mosselen goed uitlekken en haal de mosselen uit de schelp.

Reinig de champignons en snij in kwartjes. Verhit een klontje boter in een pan. Stoof de champignons een paar minuten. Roer regelmatig. Haal uit de pan en laat uitlekken.

Puree: schil de aardappelen. Snij in gelijke stukken. Kook ze gaar in gezouten water. Giet de gare aardappelen af en laat nog even nadrogen op het vuur. Plet met een pureestamper tot puree. Voeg een klontje boter met wat melk en ei toe. Kruid met peper, zout en nootmuskaat. Meng tot je een smeuïge puree bekomt. Verdeel in een schotel en werk af met fijngesnipperde peterselie.

Laat de tongscharrolletjes ontdooien en schik ze in een ovenschaal. Schep enkele lepels mosselvocht over de vis en dek de ovenschaal af met aluminiumfolie.

Saus: giet het mosselvocht in een kookpot en voeg de room toe. Voeg een takje tijm en blaadje laurier toe. Laat dit op een zacht vuur voor de helft inkoken. Verwijder de tijm en het laurierblaadje. Voeg een klontje boter toe en meng tot je een luchtige saus bekomt.

Voeg de uitgelekte champignons en gekookte mosselen toe.

Pocheer de vis in een voorverwarmde oven van 180°C gedurende 4 tot 6 minuten. Haal de vis uit de ovenschaal en voeg toe aan de mosselsaus. Strooi er als laatste de garnalen over.