Samosa’s met mangochutney

Schil de aardappelen, kook ze gaar in licht gezouten water en giet af. Snij in dobbelstenen.

Pel de ui en look. Snipper de ui fijn. Schil de gember en rasp de gember en look fijn.

Verhit wat olijfolie met komijnpoeder, chilipoeder en kurkuma in een bakpan. Laat 2 min sudderen. Voeg het gehakt, de ui, de look en de gember toe en bak rul. Roer de ontdooide erwten erdoor. Blus met het sap van de citroen en het water. Gaar 1 min onder deksel.

Hak de cashewnoten fijn en snipper de koriander fijn. Roer samen met de aardappelen door het gehakt en haal van het vuur. Kruid met zout en laat wat afkoelen.

Verwarm de oven voor op 200°C.

Snij elk vel brickdeeg in 3 repen. Lepel wat vulling in de hoek van elke reep. Smeer de rest van de reep in met losgeklopt eiwit. Vouw volledig dicht tot een driehoek.

Schik op een bakplaat met bakpapier en bak 10 à 12 min in de voorverwarmde oven.

Pers de sinaasappel. Schil de mango en snij in fijne blokjes. Pel de sjalot en snipper fijn. Verwijder de steelaanzet en zaadjes van de chilipeper en snipper het vruchtvlees fijn.

Verhit wat olijfolie in een kookpot. Bak de sjalot en chilipeper glazig. Roer de mangoblokjes erdoor. Bestrooi met de rietsuiker en laat wat sudderen. Blus met het sinaasappelsap.

Laat 20 min sudderen met de kaneelstok zonder deksel. Roer de balsamicoazijn erdoor en kruid met wat zout.

Serveer de samosa’s met de mangochutney.