Rode kool met appeltjes en rozijnen, worst en aardappelen

Pel de ui en snipper fijn.

Verwijder de buitenste bladeren van de rode kool. Verwijder de kern en snipper fijn met een groot mes of mandoline.

Verhit 1 el boter in een stoofpot met dikke bodem. Bak de ui glazig. Voeg de rode kool toe en laat enkele min meebakken. Roer goed om. Voeg de bruine suiker, witte wijnazijn, kruidnagels, laurierblaadjes en 150 ml water toe. Verkruimel het groentebouillonblokje erover. Roer goed door en dek af. Laat 20 min sudderen op een zacht vuur.

Schil de aardappelen. Snij grote exemplaren in 2 of 4.

Kook ze in gezouten water gedurende 15 à 20 min.

Was de appelen en verwijder het klokhuis. Snij het vruchtvlees (met schil) in blokjes ter grootte van een dobbelsteen. Voeg de appelen toe aan de rode kool na 20 min kooktijd en roer goed om. Laat vervolgens nog 20 min afgedekt verder sudderen.

Week de rozijnen 20 min in water.

Verhit boter in een pan op een matig vuur. Bak de worsten mooi goudbruin gedurende 7 min aan elke kant. Kruid met zwarte peper en zout en hou warm onder aluminiumfolie.

Pel de sjalot en snij in halve ringen.

Bak de sjalotten glazig in de pan van de worsten. Bestrooi met 1 el bloem. Blus met de vloeibare kalfsfond en laat 5 min doorkoken. Kruid met zwarte peper en zout.

Roer de aalbessenconfituur, na gaartijd, door de rode kool, samen met de geweekte rozijnen. Breng het geheel op smaak met zwarte peper en zout.

Serveer de aardappelen met rode kool en worst en lepel wat vleessaus over de worst.