Ovenschotel met puree, witte kool en gehakt

Bechamelsaus: smelt 40 g boter in een sauspan. Roer er 50 g bloem door en laat al roerend drogen. Voeg beetje bij beetje, en al roerend met een klopper, 5 dl melk toe. Breng aan de kook en laat 2 min al roerend doorkoken. Kruid met zwarte peper, zout en muskaatnoot.

Verwijder de buitenste, taaie bladeren van de witte kool. Verwijder de kern en snipper de kool met een groot mes of mandoline in fijne reepjes.

Breng gezouten water aan de kook. Blancheer de kool gedurende 5 min in het kokende water. Giet af en roer de kool onder de bechamelsaus.

Schil en was de aardappelen. Kook gaar in gezouten water. Giet af en laat op het vuur drogen.

Blus met 1 dl melk en voeg 15 g boter toe. Haal van het vuur en stamp fijn met een pureestamper.

Pel de ui en snipper fijn.

Was de peterselie, zwier droog en snipper fijn.

Smelt 20 g boter in een bakpan. Bak de ui glazig. Voeg het gehakt toe en bak rul. Kruid met zwarte peper en zout. Haal van het vuur en roer er ½ van de peterselie onder.

Warm de oven voor op 180°C.

Verdeel het gehakt over de bodem van een ovenschotel. Verdeel de witte kool in de bechamelsaus over het gehakt. Werk af met de aardappelpuree. Bestrooi met paneermeel.

Snij 25 g boter in kleine blokjes en verdeel over de ovenschotel.

Plaats gedurende 30 min in de oven.

Verdeel de amandelschilfers over de schotel en laat nog 5 min verder bakken.

Haal uit de oven. Werk de ovenschotel af met de overige gesnipperde peterselie en serveer.