Maritozzi

Doe de rozijnen in een kom met lauw water en laat 30 min wellen.

Laat de rozijnen uitlekken en vang 60 ml weekvocht op.

Voordeeg: doe de melk in een kleine kom en roer de gist erdoor. Laat 10 min staan.

Roer 60 ml weekvocht van de rozijnen en 70 g bloem erdoor. Dek af met plasticfolie en laat 20 à 30 min rijzen tot verdubbeld in volume.

Dep de rozijnen droog met keukenpapier.

Deeg: smelt de boter.

Meng 450 g bloem, de suiker, de zeste van citroen en sinaasappel, het zout, het vanille-extract, de eieren en het voordeeg stevig door elkaar in de keukenrobot. Voeg de boter toe en meng nogmaals stevig. Kneed het deeg 5 min op gemiddelde snelheid tot een soepel, zacht deeg.

Is het deeg te kleverig, voeg dan voorzichtig wat bloem toe. Kneed het nog eens met de hand. Bol het deeg op en leg in een met olie bestreken kom. Dek af met plasticfolie en laat 1 u rijzen.

Rol de rozijnen door 2 el bloem.

Druk het deeg plat en rek uit tot een rechthoekige lap. Verdeel er 1⁄3 van de rozijnen over en vouw het deeg in een envelop toe. Herhaal dat nog tweemaal, zodat alle rozijnen verwerkt zijn.

Verdeel het deeg in stukken van 90 g en bol ze op. Leg op een met bakpapier beklede bakplaat en dek af met plasticfolie. Laat 30 min rijzen.

Verwarm de oven voor op 210°C.

Bak de broodjes goudbruin en gaar in 15 min.

Haal uit de oven. Bestrijk ze, terwijl ze warm zijn, met rietsuikersiroop en laat ze afkoelen op een rooster.

Snij middendoor, vul met slagroom en bestrooi met bloemsuiker.