Crème brûléetaart met rood fruit

kneed alle ingrediënten tot je er een bal van kan maken. Verpak in plasticfolie en laat min. 1 u rusten in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 180°C.

Vet de bakvorm in met boter. Rol het deeg uit tot 3 à 4 mm en bekleed de vorm hiermee. Laat het deeg over de rand hangen. Prik gaatjes in de bodem met een vork. Leg een vel bakpapier erin met daarop de bakparels. Bak de bodem 15 à 18 min blind in de voorverwarmde oven. Verwijder de bakparels en -papier, snij het overhangende deel van het deeg van binnen naar buiten af. Bak nog 15 à 18 min tot de bodem goudbruin is.

Smelt de witte chocolade op een heel laag vuur.

Laat de taartbodem afkoelen en bestrijk met gesmolten witte chocolade.

week de gelatineblaadjes in koud water.

Snij de vanillestok doormidden, schraap het merg eruit en breng samen met de vanillestok en de room aan de kook. Doe de eidooiers met de suiker in een hittebestendige kom en klop kort door.

Giet de kokende room al roerend op de eidooiermassa en verwijder de vanillestok.

Giet het mengsel in een conische sauspan, zet op het vuur en blijf roeren tot het mengsel dikker begint te worden. Controleer of de crème brûlée goed is door een spatel in het mengsel te doppen en er met een vinger een streep door te trekken. Als de streep zichtbaar blijft, is hij goed.

Haal de sauspan van het vuur en los de geweekte gelatineblaadjes erin op.

Verdeel het rood fruit op de taartbodem en giet de crème erop. Zet de taart min. 3 u in de koelkast.

Haal de taart 30 min voor het serveren uit de koelkast, bestrooi met rietsuiker en brand af om te karamelliseren.