Ciabatta

Meng de bloem met het zout in een kom.

Giet het lauwe water in een kom en breek de gist erin. Meng tot de gist opgelost is.

Maak een kuiltje in het midden van de bloem en giet het gistwater erin. Meng gedurende een paar min tot alle ingrediënten zijn opgenomen. Het wordt een los, glanzend deeg zonder klontertjes.

Sprenkel de olijfolie rond de rand van het deeg en verdeel de olijfolie over de zijkant van het deeg met je handen of met een deegschraper. Leg je handen onder een kant van het deeg, til het op en trek het over zichzelf heen. Doe dit vanaf de onderkant, dan de bovenkant en daarna van beide zijkanten (= 1 keer doorslaan, wat ervoor zorgt dat er laagjes lucht in het deeg worden ingesloten). Laat het deeg 30 min rusten.

Sla het deeg op dezelfde wijze nog 3 keer door en laat het na de 1ste en 2de keer opnieuw 30 min rijzen. Laat het deeg na de 3de keer doorslaan 10 min in de koelkast rusten.

Bekleed een bakplaat met bakpapier en bestrooi met wat bloem. Verwarm de oven voor op 230°C.

Bestuif het werkblad en de bovenkant van het deeg met flink wat bloem. Haal het deeg met een deegschraper uit de kom en leg op het werkvlak. Verdeel het deeg in 2 langwerpige pantoffelvormen, keer ze 1x op het met bloem bestoven werkvlak.

Leg ze op de bakplaat. Dek af met een propere keukenhanddoek en laat 15 min rusten.

Bak de ciabatta’s 16 min in de voorverwarmde oven, haal ze eruit en laat afkoelen.