Chocoladetaart

Verwarm de oven voor op 170°C. Vet een springvorm van 22 cm in en bekleed de bodem met bakpapier.

Doe de boter in kleine stukjes. Hak de beide soorten chocolade ook in kleine stukjes. Meng met de boter in een grote vuurvaste schaal.

Doe de rietsuiker met het water in een steelpan en breng op halfhoog vuur aan de kook. Giet de kokend hete siroop over de boter en chocolade. Roer tot alles gesmolten is en het een vloeibare chocoladesaus is.

Splits de eieren, roer de eidooiers 1 voor 1 door het chocolademengsel. Laat de chocolademassa op kamertemperatuur komen. Bewaar het eiwit.

Klop de eiwitten met een snuifje zout in een vetvrije kom tot een stevig maar niet te droog eiwitschuim. Spatel het schuim voorzichtig in 3 porties met een pannenlikker of een grote metalen lepel door de lauwe chocolademassa. Het schuim moet goed gemengd zijn, maar het is niet erg als er nog wat schuim te zien is.

Giet (ongeveer 800 gr) in de springvorm en strijk de bovenkant glad. Zet de rest van het beslag opzij. Zet de vorm in de oven en bak de taart 40 minuten. Check met een satéprikker of de taart gebakken is. Als die er vrijwel schoon uitkomt, is de taart klaar. Neem de taart uit de oven en laat helemaal afkoelen.

Druk de bovenkant van de taart plat; het is niet erg als de korst breekt. Giet het overgebleven beslag erbovenop en strijk glad.

Bak de taart nog 20 à 25 minuten in de oven. Er moet nog wat vochtig kruim aan de satéprikker zitten als je de taart controleert.

Haal de taart uit de oven en laat de taart in de vorm koud worden.

Haal de taart uit de vorm als je de taart serveert en bestrooi met cacaopoeder. Je kan de taart goed afgedekt 4 dagen buiten de koelkast bewaren.