Broodstengels

Los de gist op in een beetje lauw water.

Hak de verschillende kruiden fijn.

Zeef de bloem in een kom, maak een kuiltje in de bloem en voeg de gist toe met een beetje olijfolie. Voeg ook een beetje zout toe maar zorg ervoor dat die de gist niet raakt. Voeg het water geleidelijk aan toe. Meng tot het water, de olijfolie en de gist door de bloem zijn opgenomen.

Kneed het deeg. Voeg de fijngehakte kruiden toe. Kneed tot een soepel deeg en vorm er een elastische bal van.

Laat het deeg een uur rusten op een warme plaats tot het verdubbeld is in volume.

Verdeel het deeg in kleine bolletjes en kneed elk bolletje nog eens goed door.

Rol het deeg tussen je handpalmen tot een worstje van de dikte van een vinger. Leg het worstje op het werkblad en rol verder uit tot het zo dik is als een potlood en ± 20 cm lang. Strooi de Parmezaanse kaas erover.

Verwarm de oven op 220°C. Leg een bakpapier op de bakplaat. Schik de stengels op de bakplaat en zorg dat ze elkaar niet raken.

Bak de stengels in het midden van de oven tot ze net beginnen te kleuren (± 10 à 15 minuten). Draai de broodstengels halfweg de baktijd om.

Breek er eentje door om te zien of ze krokant zijn. Zijn ze niet krokant, schakel de oven op 160°C en bak verder tot ze krokant zijn.

Laat de stengels afkoelen op een rooster.