Brioche

Klop de eieren los en los de gist er in op.

Doe de bloem, de suiker en het zout in de mengkom met deeghaak van een keukenrobot. Laat op halve kracht draaien. Voeg het eimengsel er beetje bij beetje aan toe en laat mengen.

Voeg, wanneer je een homogene massa bekomt, de malse boter er in stukjes aan toe. Laat verder mengen tot alle boter door het deeg is opgenomen.

Haal uit de mengkom en kneed nog even verder tot je een mooie deegbol bekomt. Leg in een kom, dek af met plasticfolie en laat 30 minuten rijzen op een warme plaats.

Neem de deegbol eruit en verdeel in 2 stukken. Vorm met het ene deel opnieuw een grote bol en een kleiner bolletje. Als het deeg te veel kleeft, voeg dan nog een beetje bloem toe. Verdeel het andere deel in bolletjes van 50 en 10 gr. Bol elk stukje deeg op tot een mooie vorm.

Verdeel het gerezen deeg enerzijds in een grote ingevette briochevorm. Duw het kleinere bolletje goed in het deeg. Verdeel de kleine bolletjes in de siliconenvorm voor kleine brioches en duw daar ook de kleine bolletjes goed in het midden van het deeg. Strijk de deegbollen in met het losgeklopt eigeel.

Zet de grote en kleine bollen op een bakplaat met bakpapier, afgedekt met een handdoek, en laat rijzen op een warme plaats gedurende ± 30 minuten.

Warm de oven voor op 200°C. Bak de kleine brioches gedurende 15 minuten en de grote gedurende ± 30 minuten.

Zet de oven uit, als ze klaar zijn, en laat afkoelen in de oven.

Ontvorm als ze afgekoeld zijn.