Bloempotbroodjes

Verwarm de oven voor op 180°C.

Verkruimel de gist in het water en los op. Vermeng met de bloem en voeg de losgeklopte eieren, 2 eetlepels olie, suiker en snuifje zout toe. Kneed alles tot een elastisch deeg. Vorm tot een bal.

Leg de deegbal op bakpapier en dek af met een schone doek. Laat 1 uur rijzen op kamertemperatuur.

Druk de lucht uit het deeg. Vorm terug tot een bal en laat nog een half uur rijzen.

Spoel de nieuwe potjes om met water en dep een beetje droog. Wrijf ze in met boter en bestuif met bloem. Schrob reeds gebruikte bloempotjes grondig schoon en leg er een vel bakpapier in.

Verdeel het deeg in porties van ongeveer 40 gram. Vorm er balletjes van en leg ze in de bloempotjes. Druk in het midden een holte met je duim.

Bak ze goudbruin en gaar in 15 minuten.

Haal de potjes uit de oven en laat ze afkoelen. Maak de holte indien nodig groter: snij er in het midden een kegel uit met een scherp mes.

Vul de helft van de broodjes met roerei en garnalen, de andere helft met roomkaas, framboos en aardbei.